Hier vind je antwoord op veel gestelde vragen, zoals wie we zijn, wat we willen en waar je een pup kunt kopen. Heb je nog vragen, neem dan contact met ons op.
Wij zijn de AVLS, de Algemene Vereniging voor Liefhebbers van Saarlooswolfhonden. Een actieve en gezellige club van eigenaren, liefhebbers en fokkers. De oprichting van onze vereniging vond plaats eind 2006; we gingen van start op 1 januari 2007. Allemaal hebben we de schoonheid en het unieke karakter van de Saarlooswolfhond in ons hart gesloten. Ons belangrijkste doel is de gezondheid en het karakter van de Saarlooswolfhond te waarborgen en het ras voor de toekomst te behouden.
De AVLS fokt niet, de leden fokken. Zij dienen in de fokkerij de regels van ons fokreglement op te volgen. De gezondheidsuitslagen van de fokdieren worden aan de vereniging gemeld, die vervolgens de uitslagen publiceert op de webpagina met de dekmeldingen. De AVLS geeft regelmatig fokkerscursussen, omdat alleen met een gedegen kennis zorgvuldig kan worden gefokt.
Leden zoeken zelf een geschikte reu uit voor hun teef, maar de vereniging kan – indien gewenst – reuen voorstellen aan onervaren leden die voor het eerst fokken. Verder kan alle beschikbare kennis worden gedeeld. Het lid maakt samen met de eigenaar van de dekreu afspraken over de dekking. Voor de fokkerij in ons outcrossprogramma gelden speciale regels. Neem hiervoor contact op met het secretariaat.
De AVLS beschikt over een uitgebreide database met de afstammings- en gezondheidsgegevens van vrijwel de gehele populatie in binnen- en buitenland. Voor een goede genenspreiding heeft de AVLS een lijst van dekreuen opgesteld waar iedereen, lid of geen lid, zijn reu ter dekking kan aanbieden.
De fokker gaat over de toewijzing van pups zonder bemoeienis van de vereniging. Een pup koop je dus rechtstreeks bij een van onze fokkers. Alle aankomende nesten worden door de AVLS gepubliceerd. We zetten de contactgegevens van de fokker erbij als er nog pups beschikbaar zijn. Natuurlijk plaatsen we ook de geboren nesten.
Vraag altijd naar de gezondheidspapieren van beide ouderdieren. Onze fokkers laten die graag zien als bewijs dat ze zorgvuldig fokken. Het is verstandig de koop altijd schriftelijk vast te leggen. In dit voorbeeld worden de rechten en plichten van beide partijen goed geregeld. Voor de fokkerij in ons outcrossprogramma gelden speciale afspraken. Als jouw pup door de selectie komt, kun je gevraagd worden later 1 keer met je hond te fokken. Zo kun je een mooie bijdrage leveren om de toekomst van ons ras veilig te stellen.
In de rashondenfokkerij kan eindeloos worden doorgefokt om te komen tot de “beste” hond: de hond die aan alle eisen van de rasstandaard voldoet. Voor velen is dit de heilige graal, het hoogst bereikbare. Bij veel fokkers en rasverenigingen is dit nog steeds zo. Maar langzaam brak het inzicht door dat deze fokkerij, gericht op rastype, niet ongestraft kon doorgaan. De inteelt zal dan te hoog oplopen met alle negatieve gevolgen van dien, zoals erfelijke afwijkingen en andere gezondheidsproblemen.
De AVLS was juist opgericht om deze vastgeroeste, doodlopende fokkerij te doorbreken. We mogen ons nu, met de toepassing van outcross, pionier noemen op dit gebied. In ons speciale outcrossprogramma wordt druppelsgewijs nieuw bloed in de populatie ingebracht. Outcross is in feite het tegenovergestelde van inteelt. Zo houden we het ras gezond en de inteelt beheersbaar. Leidend daarbij is ons plan van aanpak. Dit proces kost veel tijd en geduld. Soms moet er worden bijgestuurd, want elke fokkerij kent tegenslagen, maar we zitten op de goede weg.
Het Nederlands Honden Stamboek (NHSB) is te vergelijken met een afgesloten eiland waar geen nieuwe bewoners meer bij mogen komen. Fokkers kunnen alleen fokken met honden op dit eiland, dat wil zeggen: in het stamboek van het eigen ras. Op deze manier worden de pups na verloop van tijd steeds meer familie van elkaar. Het onvermijdelijke gevolg is een steeds groter wordende inteelt.
In kleine populaties gaat dit proces heel snel, vooral als er streng wordt geselecteerd op bepaalde honden om het gewenste rastype te bereiken. Na grote maatschappelijke druk, gevolgd door veel, heel veel overleg, heeft de Raad van Beheer schoorvoetend de deur van het stamboekregister op een kier gezet. Sindsdien is het mogelijk de inteelt in rashondenpopulaties beter te beheersen. De AVLS is er trots op hierbij een voortrekkersrol te hebben gespeeld. (lees ook: onze doelen)
Ja. Bij elk hondenras komen gezondheidsproblemen voor, ook bij de Saarlooswolfhond. Daarom stelt de AVLS gezondheidsonderzoek naar deze erfelijke ziektes verplicht:
1. Degeneratieve Myelopathie
2. Hypofysaire dwerggroei
3. Oogafwijkingen
4. Heupdysplasie
5. Elleboogdysplasie
Nee. Op het internet kun je allerlei onzinverhalen lezen dat het zo moeilijk is een Saarlooswolfhond op te voeden. Dat zegt meer over de eigenaar dan over de hond. Een Saarlooswolfhond is goed op te voeden, maar veel eigenaren vinden dat ze altijd de baas moeten zijn en dat een hond hen altijd moet gehoorzamen. Een gewone hond ziet zijn eigenaar als baas, maar een Saarlooswolfhond niet.
Voor een Saarlooswolfhond is zijn baas (inclusief alle gezinsleden) lid van de roedel. In die roedel is sprake van een zekere rangorde, maar niet van absolute gehoorzaamheid. Elkaar vertrouwen is veel belangrijker, anders kan het slecht voor de roedel aflopen. Bij alle Saarlooswolfhonden komt de vertrouwensband met de roedel dan ook op de eerste plaats. Dat uit zich bij de Saarlooswolfhond in een enorme aanhankelijkheid, maar de hond zal nooit zijn onafhankelijkheid verliezen. Voor veel eigenaren van andere rassen is dit aspect van de Saarlooswolfhond juist moeilijk te accepteren.
Het is dus heel belangrijk dat je de instincten van jouw Saarlooswolfhond goed begrijpt en – vooral – accepteert. Alle Saarlooswolfhonden zijn gevoelig, intelligent en zeer aanhankelijk, maar tegelijkertijd kunnen ze behoorlijk eigenzinnig zijn. Een Saarlooswolfhond zal namelijk altijd op zijn instinct vertrouwen en daarnaar handelen. De hond weet dat zijn instinct hem nooit in de steek laat! Als je dat snapt én respecteert, ben je in de ogen van jouw Saarlooswolfhond de ideale roedelleider. Jouw Saarlooswolfhond is dan echt een maatje voor het leven.
(lees ook opvoeding en karakter en gedrag)
Als de hond als pup heeft geleerd dat de baas altijd terugkomt, kan een stabiele, volwassen Saarlooswolfhond best een paar uurtjes alleen zijn (zie ook opvoeding). De meeste Saarlooswolfhonden hebben er dus geen probleem mee, maar er zijn ook Saarloosjes die er maar moeilijk aan kunnen wennen. Een Saarlooswolfhond is, zoals alle honden, een sociaal dier. Hij heeft zijn roedel nodig om zich op z’n gemak te voelen. Als hij vaak alleen is, kan hij niet echt gelukkig zijn. Je kunt de eerste tijd familie, buren of vrienden vragen of ze even willen oppassen als jouw pup (of jonge hond) wat langer alleen moet zijn. Werk je halve of hele dagen en is er dan niemand thuis? Neem een kat.
Een Saarlooswolfhond kan behoorlijk oud worden. Twaalf, dertien jaar is meer regel dan uitzondering. Er zijn zelfs Saarlooswolfhonden ouder dan 15 jaar geworden.
Een gezonde Saarlooswolfhond moet goed op gewicht zijn. Niet te dik en niet te mager. Zoek daarin de juiste balans. De vuistregel voor een goed gewicht is dat je de ribben wel mag voelen, maar niet mag zien. Zie je altijd zijn ribben? Dan is ie te mager. Voel je een duidelijk laagje vet op de ribben? Dan is ie te dik. Geef hem minder te eten en ga meer wandelen en spelen. Laat jouw Saarloosje niet te snel afvallen. Door hongergevoel gedreven zal hij binnen en buiten op zoek gaan naar alles wat eetbaar en niet eetbaar is.
Er zijn verschillende mogelijkheden of combinaties om je Saarloos te voeden:
Vers vlees. Bevroren kant en klaar vlees (KVV). Ontdooi het een dag van tevoren. Voordeel: het is makkelijk te geven en de honden vinden het heerlijk. Nadeel: op alleen KVV kan de ontlasting soms behoorlijk hard worden. Geef er dan (een handje) hondenbrokken bij en een theelepeltje zonnebloemolie of olijfolie.
Zelf klaarmaken. (barfen). Voordeel: je weet precies wat jouw hond binnenkrijgt. Dat geeft veel voldoening. Nadeel: het is behoorlijk bewerkelijk en je hebt een grote vrieskist of -kast nodig.
Brokken. Heel makkelijk is brokken voeren en dat is ook meteen het voordeel. Nadeel: op den duur kan het saai worden voor de hond (en ook voor jou). Op de verpakking moet ‘compleet hondenvoer’ staan. Dan ben je er (redelijk) zeker van dat alle eiwitten, vetten, vitaminen en mineralen er in de juiste verhouding in zitten.
Blikvoer ook wel natvoer genoemd. Voordeel: blikvoer kan lang bewaard worden, handig als je op vakantie bent. Nadeel: hoewel de kwaliteit soms goed kan zijn, bevatten sommige blikvoeren naast veel pulp en smaakstoffen ook dierlijk afval waarvan de herkomst zeer onduidelijk is.
Let op: Een hondenmaag kan heel goed rauw vlees verwerken. Geef vlees dus altijd rauw. Kook, bak of braad het nooit! Vooral kippenbotten worden vlijmscherp als ze zijn gekookt en door de hond kapot worden gekauwd. Dit kan ernstige schade toebrengen aan maag en darmstelsel. Rauwe kippenvleugels, -nekken of -karkas (met het vlees er nog aan) kan geen kwaad. Bestel af en toe een groot runderbot bij de slager voor schone tanden en een frisse adem (maar beslist géén kleine soepschenkel die muurvast kan komen te zitten in de onder- of bovenkaak).
Tussendoor: Een hond houdt natuurlijk ook van zo nu en dan even iets lekkers snacken. Af en toe een pensstaafje of een blokje schapenvet kan geen kwaad, maar menselijke tussendoortjes zoals een stukje kaas of worst zijn te vet en veel te zout voor je hond. Niet doen. Geef liever wekelijks een schoongemaakte haring (dat gaat er met staart en al in) of gerookte makreel (verwijder alle graten!). Een gekookt of rauw eitje is ook lekker. Sommige honden vinden de eierschaal ook heerlijk om op te peuzelen. Prima. Schone pens is de ultieme traktatie. Vuile pens nog meer, maar dat stinkt enorm. Tip: altijd buiten geven!
Ook belangrijk: Dagelijks voldoende fris en schoon drinkwater! Maar soms lijkt het na al dat geslobber of er een nijlpaard door de gang heeft gelopen. Neem dan een anti knoei drinkbak. Ideaal!
Geef nooit koehoefjes! Dit verteert niet in de maag en als het vast komt te zitten in de darmen, kan het de dood tot gevolg hebben. We spreken uit ervaring! Geef ook liever geen gedroogde bullenpezen en dergelijke. Hoewel de kans klein is, kan je hond erin stikken. Geef liever zachtere snacks zoals af en toe een pensstaafje of een blokje schapenvet. Daar zijn ze dol op.
Geef ook nooit varkensvlees of varkensbotten. Het kan het Aujeszky virus bevatten. Dat is absoluut dodelijk voor honden. Laat je hond ook geen kattengrit eten! Dat vormt een taaie bal in de maag en kan jouw hond het leven kosten. Sommige etenswaren en dranken zijn giftig voor honden en soms zelfs dodelijk. Op het internet is meer informatie hierover te vinden.
Als je mee wilt helpen de toekomst van het mooiste Nederlandse hondenras veilig te stellen, word dan lid van onze gezellige en actieve club. Iedereen is welkom, ook als je geen eigenaar bent van een Saarlooswolfhond. Als lid onderschrijf je onze uitgangspunten.
Klik hier als je lid wilt worden.
Jazeker. Klik hier. Je krijgt zo snel mogelijk antwoord.